Ruïne van Strijen

De Ruïne van Strijen is een restant van het 13de-eeuwse kasteel van Strijen. Willem IV van Strijen liet het eerste kasteel bouwen. Aan het begin van de 14de eeuw verbouwde de volgende eigenaar - Willem van Duvenvoorde, destijds één van de machtigste en rijkste mannen van de Lage Landen - het kasteel tot zijn hoofdresidentie. Kasteel Strijen had drie verdiepingen. De toren, waarvan nu nog een deel resteert, had er zelfs zes. Het kasteel floreerde gedurende de 14de eeuw. Maar na de verwoesting tijdens de Tachtigjarige Oorlog, in 1573, is het gebouw nooit helemaal meer hersteld. Om de ruïne heen staat tegenwoordig vanwege de veiligheid een hek, maar je kunt in het natuurgebied wel een mooie wandeling maken en de indrukwekkende restanten bekijken.

Plaats

Oosterhout

Bouwjaar

Eind dertiende eeuw

Oorspronkelijke functie

Woonhuis

Opdrachtgever

Willem van Strijen

Bijzonderheid

De 26 meter hoge kasteeltoren

In handen van Monumentenbezit

Sinds 2016

Rolstoeltoegankelijk

Nee

Bezoekersinformatie

De kasteelruïne is vanwege de onveiligheid beperkt toegankelijk.

Bezoekadres:

Kasteeldreef 32, 4907 EA Oosterhout

De bouw van het eerste kasteel is gestart rond 1288, toen Willem IV van Strijen het terrein kocht. Het slot werd op een strategische plaats gebouwd, namelijk precies op de grens van het hertogdom Brabant met het graafschap Holland. Oorspronkelijk bevatte het terrein een bebouwde hoofdburcht met voorburcht en een enkele gracht. 

In 1321 kreeg de volgende eigenaar Willem van Duvenvoorde het kasteel in pacht, van de heer en vrouwe van Putten en Strijen. Hij maakte Strijen tot zijn hoofdresidentie. Dit ging gepaard met een grootschalige verbouwing. Er werd onder meer een tweede watergracht aangelegd, en er verrees een aantal nieuwe gebouwen. Het kasteel had een bier-, wijn en zuivelkelder, er kwam een grote centrale hal, en er waren goed verwarmde woonvertrekken. 

Na het overlijden van Van Duvenvoorde in 1353 ging het kasteel over op zijn bastaardzoon Willem van Oosterhout. Van Oosterhout woonde er samen met zijn vrouw, Heilwich. Ook Van Oosterhout had geen wettige nakomelingen, waardoor kasteel Strijen na zijn overlijden in 1402 in andere handen kwam. Veel gloriedagen heeft het kasteel in Strijen niet gekend. Al in 1421 verloor het kasteel zijn strategische betekenis, toen de Sint-Elisabethsvloed de Groote Waard wegsloeg en het gebied ten noorden van Oosterhout in een moeras veranderde.

Willem van Duvenvoordes bastaardzoon, Willem van Oosterhout, erfde het kasteel na de dood van zijn vader in 1353. Van Oosterhout was minder kapitaalkrachtig dan zijn vader, waardoor het kasteel vervallen raakte. Het kasteel bleef na het overlijden van Van Duvenvoorde bewoond door de nazaten van Van Oosterhout. Toen de tak echter uitstierf, kwam het kasteel in handen van de Nassaus zij deden herstel- en onderhoudswerkzaamheden. Het kasteel werd in 1573 door de Spanjaarden verwoest.

In de 18de eeuw werd het vervallen kasteel grotendeels gesloopt. De ruïne van de toren is het laatste overblijfsel. De restanten van het kasteel werden door de Oosterhouters gebruikt als steengroeve voor de bouw van hun eigen huizen. 

Willem van Duvenvoorde (ca. 1290-1353) is geboren als de buitenechtelijke zoon van Filips van Duvenvoorde en waarschijnlijk Liesbeth van Dongen. Filips was een Hollandse edelman die behoorde tot het geslacht Wassenaar.

Van Duvenvoorde begon in 1311 zijn carrière als schildknaap aan het Haagse hof van Willem III (ca. 1287-1337), de graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen. Hij werkte zich op tot kamerling en de vertrouwenspersoon van de graaf van Holland. In 1327 trouwde Van Duvenvoorde met Heilwich van Vianen. Het echtpaar bleef kinderloos. Van Duvenvoorde had echter net zoals zijn vader wel buitenechtelijke kinderen.  

De macht die Van Duvenvoorde uiteindelijk verwierf, dankt hij aan het enorme vermogen dat hij opbouwde. Het geld dat hij verdiende als schildknaap bij graaf Willem III investeerde hij direct weer en de winst belegde hij in grondbezit. Ook verstrekte hij leningen tegen hoge rentes van maar liefst 20% per jaar. Van Duvenvoorde werd zo de grootste particuliere grondbezitter in de Lage Landen. Willem bezat niet alleen een kasteel in Oosterhout, maar ook een huis in Den Haag en in Brussel. Onder zijn bezit vielen ook de kastelen van Vianen en Geertruidenberg. Het kasteel in Strijen was het administratieve centrum. Nadat Van Duvenvoorde in 1339 heer van Breda werd, beschikte hij ook over het kasteel van Breda. Tegen het einde van zijn leven trok hij zich terug in zijn huis bij Mechelen. Hij overleed op 12 augustus 1353. 

Het kasteel van Strijen was een rechthoekige waterburcht van drie verdiepingen hoog. Het laatste restant van het kasteel is een hoekpunt van de hoofdtoren. De toren wordt in de volksmond de Slotbosse Toren genoemd, vernoemd naar het eikenbos dat vroeger om de toren lag. 

De 26 meter hoge toren was zes verdiepingen hoog en heeft een kelder, maar je kunt ongeveer 5,5 verdieping nog zien. Aan de binnenkant van de ruïne zijn onder meer de resten zichtbaar van vensters, schietsleuven, een gewelf en een schouw met rookkanaal. 

In de 19de eeuw werd de ruïne van de toren geconsolideerd, en in 1932 werd er een ondiepe sloot uitgegraven. Het gebied werd in 2011 heringericht, en in 2015 vond er onderhoud plaats aan het muurwerk en de ankers van de toren. Sinds 2016 is de Ruïne van Strijen in handen van Monumentenbezit.  

Ga naar de bovenkant