Kasteel Radboud

Dit kasteel in Medemblik verrees in 1288 als dwangburcht voor graaf Floris V van Holland. De contouren van het oude kasteel zijn nog zichtbaar. Sommige onderdelen zijn nog origineel, zoals de vloeren en de funderingsbalken! Ervaar zelf de middeleeuwen, bezoek tentoonstellingen of doe mee met één van de vele activiteiten.

Plaats

Medemblik

Bouwjaar

1288

Restauratie-architect

Jacobus van Lokhorst

Huidige bouwstijl

Neogotiek

Opdrachtgever

Graaf Floris V van Holland

Bijzonderheid

De laatst resterende dwangburcht van West Friesland

In handen van Monumentenbezit

Sinds 2016

Rolstoeltoegankelijk

Nee

Bezoekersinformatie

Het kasteel wordt beheerd door de Stichting Kasteel Radboud en is te bezoeken via het Museum en het Kasteel Café. Kijk voor de actuele openingstijden en activiteiten op de website.

Bezoekadres:

Oudevaartsgat 8 1671 HM Medemblik

Ondanks de naam is dit kasteel niet gebouwd voor de Friese koning Radboud. Het ‘Huis te Medemblick’ is een van de vijf burchten die in de periode 1282-1288 door graaf Floris V van Holland werd gebouwd. De reden dat het nu de naam van Radboud draagt, is omdat Medemblik als zetel van de voormalige Friese koningen wordt gezien. Het is de oudste stad van West-Friesland en er zijn aanwijzingen dat de Friezen hier al in de 7e of 8eeeuw een versterking hadden staan.

Het kasteel in Medemblik oorspronkelijk op een vierkant terrein met op elke hoek een ronde toren. De vier ronde hoektorens hebben elk een eigen naam: de Bottelarijtoren in het zuiden, de Molkentoren in het westen, de Monnikentoren in het noorden en de Gevangenistoren in het oosten. Tussen de ronde torens staan vier vierkante torens. Alle torens zijn met elkaar verbonden door een muur. Op het binnenterrein staat het hoofdgebouw, met daarin onder meer de woonvertrekken van soldaten en kastelein. Het geheel wordt omringd door een gracht. Opvallend is dat er twee toegangspoorten zijn, het Oude en het Nieuwe Poorthuis.

Tegen het eind van de 16de eeuw worden de stadswallen van Medemblik verbeterd, en verliest het kasteel zijn functie als verdedigingswerk. De noordelijke torens en muren worden gesloopt en de gracht gedempt. Het kasteel werd overgedragen aan de stad. In de eeuwen daarna krijgt het kasteel verschillende functies, maar het onderhoud wordt verwaarloosd.

In 1857 was de Stedelijke Raad van Medemblik van plan om de Gevangenistoren en de Oude Poort te slopen. Door de mislukte aardappeloogsten in de jaren 1845-1848 zijn de prijzen flink gestegen en veel inwoners zijn in de problemen geraakt. Met de afbraak en verkoop van de twee torens wil de Stedelijke Raad van Medemblik geld vrijmaken om de bevolking te kunnen helpen. Koning Willem II is het hier niet mee eens en spreekt zijn veto uit.

Als er enkele jaren later een tekort aan puin is voor de verzwaring van de zeedijken, worden de torens alsnog gesloopt. Tegen het eind van de 19de eeuw is het kasteel een bijna onherkenbare bouwval. Het Rijk ziet de historische waarde en neemt de restanten over om te restaureren.

In 1882 wordt het vervallen kasteel door Medemblik geschonken aan het Rijk. Volgens de stadsarchitect van Medemblik, Arnoldus van Wijngaarden, werd er per jaar niet meer dan 10 tot 15 gulden besteed aan alleen het meest noodzakelijke onderhoud.

Vanaf 1890 werd het kasteel onder toeziend oog van Pierre Cuypers en Victor de Stuers gerestaureerd door architect Jacobus van Lokhorst (1844-1906). Hiervoor is een bedrag van 20.000 gulden beschikbaar. Van Lokhorst was een leerling van Cuypers en werkt als rijksbouwkundige bij de afdeling Kunsten en Wetenschappen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij kiest voor een middeleeuwse bouwstijl.

Kasteel Radboud heeft door de eeuwen heen vele veranderingen ondergaan, als gevolg van periodes van verval, sloop, herbouw en restauratie. Ook qua bestemming is het meer dan eens veranderd. De Ridderzaal is de grootste ruimte in het kasteel en doet door de eeuwen heen dienst als kerkzaal, concertzaal, schutterij, ziekteopvang en voorzaal van het kantongerecht.

Met het ontwerp Jacobus van Lokhorst werden de meest ingrijpende verbouwingen gedaan, in de periode 1889-1898. Hij transformeerde de verwaarloosde, 13de-eeuwse waterburcht onder leiding van Cuypers en De Stuers tot een neogotisch bouwwerk met kantelen en spitsbogen. Hiervoor gebruikt hij verschillende historische tekeningen uit zowel de 16de als de 17de eeuw als basis. Dit betekent dat Van Lokhorst teruggrijpt op verschillende tijdsbeelden. Zo wordt de hoge kerktoren uit de periode 1661-1734 verlaagd naar de hoogte uit de periode daarvoor.

Vanaf 1930 wordt het kasteelterrein gereconstrueerd, waardoor het weer zijn oude contouren terugkrijgt. Zo’n dertig jaar later komt de volgende verbouwing. Bij de verbouwing van de jaren ’60 staat architect Jan Holstein (1911-1998) aan het roer. Zijn visie is duidelijk anders dan die van Van Lokhorst en hij maakt sommige aanpassingen weer ongedaan. Daarbij zet Holstein gevonden bouwsporen extra sterk aan in het metselwerk, voegt hij kozijnen toe en draait hij de toegangstrap een kwartslag.

Door al deze renovaties is Kasteel Radboud een mooi voorbeeld van de verschillende restauratieopvattingen in Nederland door de eeuwen heen. In 2016 kwam Kasteel Radboud in handen van Monumentenbezit. In 2018 hebben wij het interieur gerestaureerd, installaties vernieuwd en hebben we het casco in zijn geheel aangepakt.

Ga naar de bovenkant